Bode Baconfoy wordt er door iedereen geïrriteerd op gewezen dat de verwarming is uitgevallen. Tot overmaat van ramp stelt Jomme Dockx vast dat zijn zwarte kas is leeggeplunderd. De verdachtmakingen spitsen zich toe op Baconfoy. Wanneer hij na sluitingstijd zelf de wacht optrekt, werkt hij zich diep in de problemen.